Ons werk

Verhalen en gedichten gemaakt door onze leden. We proberen hier van elk van onze leden minimaal 1 of twee gedichten of verhalen neer te zetten.

 

Adonisblauwtje

 

't Is voorjaar, vlinders

fluisterende grassprieten

toen een knallend feest

 

Een smachtende bloem

en hij schrikbarend mooi blauw

en, zoekend naar haar,

dwarrelend van spriet naar spriet

een eindeloze zoektocht

 

Haiku en tanka

©Gerda Kooger

 

Opdracht: woorden met letters uit 'Rokjesdag'

Danspassie

 

Op het gras zonder haar sokje

danste ze in haar rode rokje.

 

De jager kreeg haar in zijn koker

en gedroeg zich als een joker.

 

Haar jas sloeg sjoksjok om haar heen,

het gras trok haar van haar been.

 

Een koe ging daardoor uit zijn dak,

de gans stopte dra zijn gegak!

 

Maar het gajes vond de dans passé

Zij brachten karaoke mee.

 

de rokjesdans werd toen gestopt.

Haar danspassie is zo geflopt.

©Eugènie Herlaar

 

Corona
Af en toe naar de supermarkt
Was veel dagen “het contact” met buiten
Telefoon en computer zorgden voor meer communicatie
Voor de rest was de “intelligente lockdown ” onze situatie.

Gelukkig werden de regels iets verruimd
Zodat we meer mensen kunnen ontmoeten
Het virus is nog onder ons zo vertellen de virologen
Anderhalve meter het nieuwe normaal moeten we nog lang gedogen.

© Bep Raaijmakers

 

ROOD.

Mooi rood is niet lelijk.
Als kind vaak aangehoord
en als blikken konden doden
had ik menig punt gescoord.

Uitgescholden en gepest
om mijn rode haren.
Kijk nu eens die natuur
met zijn herfstblaren.

Prachtig zijn de herfst kleuren
geprezen door ons alom.
O wat wist ik toen nog niet
was als kind wat dom.

Herboren als een feniks
het rood is reeds vergaan.
Maar met wijze grijze haren
zal ik fier nu verder gaan.

NELLE@3o-6-2020

 

 

Lieve mam,
Samen met pap heeft u drie zoons en vijf dochters gekregen. De jongste ervan ben ik.  Zoals het hoort werden de eerste meisjes naar grootmoeder vernoemd.  Mijn andere twee zusjes naar een zus van u en pap. En ik, uw jongste dochter werd ook weer naar een tante vérnoemd.  Waarom niet naar u, Agatha? Bij leven werd u Agie genoemd.  Een nieuwsgierig Aagje, grapte u.  Maar u had zoveel aandacht, belangstelling en zorg voor een ander! Ik had uw naam met trots gedragen.
Uw jongste dochter,
Marry

 

 

OVER 'TOEN'

Zakdoekje leggen, tikkertje,
verstoppertje, verklikkertje.

Op straat spelen.
je nooit vervelen.

Knikkeren en tollen,
hoepelen en hollen.

Je vriendinnetjes roepen,
hinkelen en 'stoepen',

Touwtje springen,
kringliedjes zingen.

Ach, spelletjes van toen,
je zou ze weer willen doen.

©Eugènie Herlaar.

 

 

 

EVEN NIKS.

 

Om dat het even moest.

De wereld heeft Corona.

De wereld heeft de hoest.

 

Adempauze

 

Tijd voor wonderen, familie

en samenhorigheid.

Even zijn in plaats van doen.

 

Overleven is een kwestie van

aanpassen.

Uitdaging van medemenselijkheid,

en zorgzaamheid.

 

Onthaasten en pas op plaats.

Weg met alle haast.

 

 

 

NELLE@18-3-2020.S

 

 

Niks doen

Kan een mens niks doen? Echt helemaal niks? Misschien als baby ,dat we nog niets presteren en liggen we hoogstens alleen nog maar met onze armen te zwaaien en dan? Nou je wordt al gauw overeind gezet, in je wieg zitten zul je en dan? Nou in de box staan zul je en dan? Nou lopen, lopen zul je. Als je maar beweegt
Niet “niks doen”. Ja spelen, dat wel heel vermoeiend kan zijn. Tot 6 jaar dan begint de plicht, de leerplicht.
Leren zul je, dat duurt zo’n 12 jaar en had je meer of minder moeite een of ander diploma veroverd .
En dan? Nou werken “een baas” zoeken. Werken zul je “niet niks doen”. En s’avonds dan mag je ‘Niks doen’.
Of je moet je natuurlijk in het zweet gaan lopen op het sportveld of op de dansvloer , maar dat is vrijwilligerswerk.
Dan misschien op reis de wereld in of je wordt verliefd, dan ben je tijdelijk van de kaart en doe je “Niks”.
Als je dan langzaam bij je positieven kom, ga je samen wonen, klaar om kinderen te krijgen allemaal liefde werk.
Maar niet “niks doen” als je dan oud geworden bent en je kunt niet meer zo veel dan ben je gedoemd tot
“Niks doen“ en kun je alleen terugkijken op alles wat je wel gedaan hebt , wat je meegemaakt en gezien hebt.
Wees dan maar blij dat je geest nog door draait, ga dan maar zitten en ga “NIKS DOEN “.


© Nicky de Hoog-Uytendaal.

 

 

Corona

Corona houdt ons in haar greep
Het virus weet zich te verspreiden
Mijn wens is haar te vermijden
Wie wordt besmet door wie, is de kneep

 

Je geeft elkaar niet meer de hand
Knuffelen doen we ook niet meer
De vrees regeert ook het verkeer
Corona beweegt zich door het land

 

We worden meer aan huis gebonden
Gaan niet naar de film of het theater
Geen handjeklap, geen geklater
Menig boek wordt nu verslonden

 

Vanaf nu werken we meer uit huis
Aan het digitale tijdperk zijn wij gewend
We kunnen appen, bellen, mailen ongeremd
En denken: nu blijven we eindelijk eens thuis.

 

Marry Overtoom-Bruin

 

 

Blikveld

't Voorjaars-stormt enorm
blaadjes, vogels, takken
vliegen in- en uit mijn blikveld
't Voorjaars-stormt enorm
mooi dit krachtige natuurgeweld,
de regen valt met bakken
't Voorjaars-stormt enorm
blaadjes vogels takken

© Elchie

 

 

Pantoffels.

Het gaat niet zo erg goed meer met mijn onderdanen

Ik loop niet meer zo lekker,als ik dee

Ja vroeger had ik sloffen en daar slofte ik dan mee

Dat was vooral bij het haardvuur zo behaaglijk

En waren al die wintertenen ook weer draaglijk.

Als ik nu een rondje lopen ga dan loop ik op de blaren

Wat moet ik er mee aan??

IK weet het al !!

IK koop me weer pantoffels

Dus ik strompel naar van Haren.

 

17-12-2019 © Nicky de Hoog-Uytendaal.

 

 

 

De droomheld
(light verse)

 

Ooit haalde hij een kind
uit een brandend huis;
eenmaal op straat sloeg hij
dankbaar een kruis.


Wie was de man die
in ’t koude water dook
en een drenkeling redde?
Hij was dat ook.


En jaren geleden,
hij was zelf nog klein,
trok hij een vriend weg
voor een rijdende trein.


Hij praat er nooit over
dat maakt hem beschroomd.
Hij heeft al die daden
alleen maar…gedroomd.


Hij durfde die dingen,
zoals hier gemeld,
niet te plegen: hij is
een PANTOFFELHELD.


Want:
hij is bang voor de dokter,
bevreesd voor een prik,
de tandarts bezorgt hem
halfjaarlijks de schrik.


Een hond is een monster,
windkracht acht een orkaan,
hij denkt er niet over
in een vliegtuig te gaan.


In zijn fobische leven
is geen plaats voor geweld.
Maar hij is in zijn dromen
de dapperste held!


©Eugènie Herlaar

 

 

De stem van Sunterklaas

’t Is efkes nei drieën as opa bai skoôl staat om twei purkies mee nei huis te nemen. Ze benne van oôs moidje en d’r man. Die hewwe gien toid om hullie joôs van skoôl te halen, dat ze magge efkes bai oôs thuis. Maar eerst moete ze nag nei oôs huis zien te kommen. De ouwst het ’n spacescooter. Die trapt ‘r oigen omhoog en omleig en den kom je vooruit. De kloinste moet bai opa achterop. Hai kroigt ’n kussentje onder z’n kontje en hai houdt ’t zadel goed vast om niet te vallen. Dat gaat efkes goed, maar den mient ie dat ie bai z’n zussie voor op dat op-en-neerding wul. Dat gaat an. ’t Moidje trapt wat of en ziet al gauw d’r hillegaar verboefd uit. ’t Joôje wul d’r toch weer rap van of en den weer bai opa achterop. ’t Kussen wort weer onder ’t gat skoven maar dat glist bedat weer skeef weg. Dat hai zoit teugen opa:
‘Ik hew jullie huis al zien en ik ken hard loupe’, dat hai neemt de spat op. Je koike d’r van op hoe merakel hard zô’n beukertje renne ken. Oma zit al met de ranja klaar en den kenne ze ok nag ’n spikkelasie kroige. As dat op is vrage ze wat of ze doen magge. Nou, dat weet oma zo gauw niet, maar ’t joôje het de tablet van opa al zien. Hai weet ’t ok al an te zetten. Eer dat opa ’t in de smiezen kroigt, zit ie al op de bank met ’n grôte dorrel, die hai met z’n knuissie an z’n broek ofveegt en den over de tablet smeert. Zussie komt d’r bai en den zit ’t span, ‘oor, je hore ze gien meer.
Nou is de ouwst nagal slachtig met de tablet, dat inienen hoort ’t ouwe stel de stem van Sunterklaas deur de kamer skalle. Dat ze koike mekaar an, hoe ken dat nou weer. En Sunterklaas weet percies hoe oud de jongste is en dat ie ’n zussie het en hoe of ze hiete. Opa en oma snappe d’r hillegaar niks van. Ze gane met mekaar op de bank zitte, de joôsies d’r bai en den wort ze van alles baibrocht.
Al komt vader z’n kinders weer ophale, vraagt ie of ’t goed gaan is. Den zoit oma:
‘Ja ‘oor, ze magge grust naggeres komme: we kenne nag ’n hoop van ze lere!’

Heerhugowaard, Marry Overtoom-Bruin

 

Geboortegrond

Lichte libellen dansen loom,
een treurige wilg
wiegt zijn overhangende takken
boven de koele kabbelende beek
met pracht en praal, pauwentrots.
Saharagele zandheuvels,
silhouetten van weleer.
Oase van rust kleurt de dag.

©Gerdie Hollander

 

 

Boeket voor Dini


Lieve Dini


Voor jou maak ik vandaag
een schitterend boeket
met de allermooiste bloemen
vorm ik jouw portret

 

Een oranje en een gele gerbera
zijn samen je vrolijke lach.
rode rozen voor de warmte
die ik altijd in je zag

 

Ik pak lila en wat paars
want kleurrijk past bij jou
je verhalen en gedichten
vang ik in het aqua bauw

 

De twinkeling in je ogen
maak ik met een speels margrietje
en de allerlaatste bloem
is een lief vergeet-me- nietje            © Nel Zuurbier

 

 

 

Het Plein


Nuances in grijstinten trekken over. Natte straatklinkers glimmen me tegemoet. Een sluiermist hangt over het plein. In de leegte van de duisternis doemen stilstaande auto’s één voor één als schimmen op. Bovenaan een trapportaal van een smal pand staat een lapjeskat tevergeefs te miauwen voor de gesloten deur. Waar op andere tijden piepende en krakende trams af en aan rijden is nu alles stilgevallen. Alleen een kerkklok galmt weemoedig. Het Koninklijk Paleis staat er verdrietig te staan en straalt weinig trots uit vandaag.
Zoveel vrienden hier en ik ken niet eens jullie namen. We delen hetzelfde verdriet en ik weet niet eens waar jullie wonen. We zijn dezelfde weg ingeslagen en toch zoeken we naar de weg.
‘Waarom is iedereen stil mama’ klinkt een heldere meisjes stem. ‘En er zijn zoveel lieveheersbeestjes’ roept ze verrukt. Kijk op die paraplu en op de spandoeken. Wat mooi mama.’
‘Ssst’ fluistert de moeder, ‘we zijn even een minuutje stil. Ik vertel je zometeen waarom’.
Het Monument schreeuwt zijn ergste schreeuw. Niemand hoort het.

©Gerdie Hollander

 

“Blauwe maandag”


’t Was een blauwe maandag
die eeuwen leek te duren
er was geen tijd
ik telde geen minuten
geen uren

Geen straks, geen toen
alleen maar het moment,
zo voelt het
als je even
eindeloos gelukkig bent

de zon speelde
met de maan
ik met jou,
dag en nacht
bestonden niet,
de stilte zong
haar liefdeslied

Die blauwe maandag is voorbij
Ik tel minuten, uren
het geluk van toen,
van dat moment
mag eindeloos gaan duren

Ik hou van de maandag ,
van blauw
van jou                              © Nel Zuurbier

 

Mijn beste vriendin

 

Ze luistert als ik mopper
Ze steunt en staat klaar
Ze staat altijd naast me
-of achter-
Ze is hoe dan ook dáár

 

Ze adviseert zonder oordeel
Ze wijst me de weg
Ze biedt me een schouder
En troost me bij pech

 

Ze houdt van mij
Al vanaf het begin
Altijd, echt altijd
Ben IK mijn beste vriendin

 

© Simone Pancras

 

 

 

 

 

 

Herinneringen

 

Mijn herinneringen verpakt in een wattenbol

dringen zich aan mij op, glazig en wazig

nemen zij bezit van mijn grijze cellen.

Ik sluit mij af, gevoelens zijn verwerkt

Ik wil dit niet opnieuw doorstaan…

Ik wil dit onschuldige kind niet meer zijn

dat de boze wereld buiten sloot, dat lief had

kind met een vader, een moeder, een broer

Kind van de rekening toen alles afbrak

alles dood ging en voor goed verdween.

Dit kind is dood, dit kind is moe gestreden

herinneringen zweven door mijn hoofd

ik sluit ze op in die wazige wattenbol

en leef mijn leven  vandaag nog even…

 

Dini Apma - Staudt

 

verhuizing

 

 

wij zijn op de vliering, we zien

dozen, dozen, o, zoveel dozen

zo groot en minstens een stuk of tien

met brieven waarvan ik moet blozen

we gaan nu verhuizen, we gaan

weg van hier, o, moeder, weg van hier

en al die dozen, die gaan ook verhuizen

maar o moeder, wat zie ik? Muizen,

zij hebben geknaagd aan een brief,

van mijn vroegere vriendjelief.

Maar ach, verleden voorbij, we gaan!

© Marry Overtoom-Bruin

 

                                 Brandhout

Driftig stapt hij de klas binnen, smijt een stapel papieren op de lessenaar. Zijn kleine varkensoogjes priemen door het leslokaal , zijn pafferige wangen kleuren rood terwijl hij door de klas brult:”Brandhout, allemaal brandhout.” Hij graait in de stapel papieren, haalt er een formulier uit.”Deze bijvoorbeeld.” Hij wijst naar mij .” Liesbeth de Jong, je hebt weer een 1 voor de moeite!”

Dit valt mij niet tegen. Of het nou algebra of meetkunde is, een hoger cijfer heb ik nog niet gehaald voor deze vakken gedurende mijn aanwezigheid van enige maanden op deze middelbare school .Wiskunde staat voor mij gelijk aan abacadabra, ik begrijp het niet.

Ik vind alleen de tekenles leuk op deze school Ik kijk naar de wiskundeleraar, meneer Kraak en zeg beleefd:”Dank u wel.” Dat had ik niet moeten zeggen, zijn rode hoofd kleurt nu paars van drift , hij wijst naar de deur en buldert: ”D’r uit jij, naar de directeur. Brutaal nest.”Ik staar hem niet begrijpend aan, haal mijn schouders op en loop naar de deur. Achter mij hoor ik gegrinnik. Het is Marietje Kok .Meneer Kraak zegt:”Ga jij ook maar naar de directeur Marietje. Jij hebt ook een 1 voor de moeite.” Marietje roept:”Dank u wel meneer”.  Zij rent achter mij aan . In de klas ontstaat een gegiechel, dat aanzwelt tot een ware schaterlach. “Stil jullie, stelletje idioten”,roept meneer Kraak.

Marietje en ik lopen door de lange schoolgang en krijgen  de slappe lach. Gierend roepen we om beurten:”Brandhout, allemaal brandhout.” “Kan ie zijn kachel lekker mee opstoken vanavond”,brom  ik. We schateren het uit.

Dan staan we voor de deur van de lerarenkamer. Zachtjes klop ik erop.  Een barse stem roept:”Binnen.” Ik open de deur. Voor ons  rijst de gestalte van de directeur omhoog van zijn stoel. Wij kijken  naar zijn strenge gezicht. We lachen niet meer.

Dini Apma - Staudt

Ik wil zo graag de dag bewaren

haar voor het donker sparen

dansen op haar glanzend licht

zonnegoud gevlochten op haar gezicht

Dan weet ik dat elke minuut telt

verglijdt de dag, de schemering snelt

en als in de avond het licht verstomt

er opnieuw een morgen komt…

© Marry Overtoom-Bruin

 

 

‘Jeugdherinnering’

Ik zie mijn oma de boontjes doppen

in de keuken waar geen kachel was

gordijntjes half open

tafelkleed die voor zondag was

mijn opa die bid voor het eten, oma

niet en ik doe iets wat er op lijkt

met mijn ogen dicht

Het huisje op de dijk,waar

buiten spelen een feestje was

de koekoek die roept bij het

aanbreken van de dag

spelen met poppen in het hoge

gras leven in mijn grote kleine

wereld oneindig veel plezier

O en stout kon ik ook soms zijn

te dicht bij de waterkant van het

Noord Hollands kanaal

schaatsen onder de brug waar het

ijs nog zwak was

ik hield van ze, mijn opa en oma

en van het huis op huigendijk 3 

© Joyce Schipper

Elfje

Inkt

vloeit uit

tot letters van

jouw gedichten, verhalen op

papier

©Marry Overtoom-Bruin,

 

Het misverstand

Jaap was een man van weinig woorden. Hij zei niet veel, dat was bekend.

Maar naast zijn zwijgzaamheid was Japie een door en door geschikte vent.

Maar Mien, Jaaps vrouw, was juist heel anders, haar mond stond geen minuutje stil.

Jaap vond dit best, maar als 't te gek werd kneep hij haar zachtjes in haar bil

als teken om eens wat te dimmen, als stille wenk dus zo gezegd.

Jaap hield wel van dat billen knijpen, als afspraak was het ook niet slecht.

Maar laatst op een verjaardagsfeestje toen liep dat gillend uit de hand.

Jaap had al flink wat bier gedronken, was niet meer goed bij zijn verstand.

Vrouw Mien was weer eens flink aan 't kletsen, Jaap dacht: "Ik knijp haar in haar bil,

dan snapt ze dat ze wat moet dimmen. Zo krijg ik haar wel even stil."

Maar alle billen leken eender in Japies niet meer scherpe blik.

Hij koos op goed geluk twee billen, en kreeg daarbij gelijk een kick.

Het waren zachte, ronde billen, veel lekkerder dan van zijn vrouw.

Hij kneep erin, maar nogal krachtig. Een diepe mannenstem bromde: "Au!"

Er viel een dodelijke stilte en toen pas had ons Japie door

in wiens billen hij had geknepen: de billen van Meneer Pastoor.

Jan te Boekhorst

Kunstenaar

Verdeeldheid

in verdorvenheid

als eenheid

verdreven zijn

in beleven

als uitgangspunt

Waanzinnigheid

in overleven

oprechtheid in kunst

© Pieter Rynja