Ook ik kreeg de vraag: ‘Waarom schrijf je’.
Uiteraard met het verzoek daarop een antwoord te geven.

Dat is niet zo simpel. Mijn eerste reactie is: ‘Ik heb me nooit afgevraagd waarom ik schrijf’.
Ik doe dat gewoon al vanaf het moment dat ik de pen goed kon hanteren en zelf leuke verhaaltjes bedacht. Om die verhaaltjes, en later versjes, op te schrijven was een logisch gevolg.


Ik ben dat mijn hele verdere leven blijven doen.
De verhalen kregen steeds meer inhoud, ondergingen een betere woordkeuze. De versjes werden echte gedichten. Ook gestimuleerd door mijn omgeving, onder andere door Schrijvenswaard. En door het volgen van korte cursussen.
Waarom ik dat allemaal schreef en nog schrijf, heb ik me dus nooit afgevraagd. Dat ging en gaat allemaal haast vanzelf. De onderwerpen komen als gedachtenspinsels aanwaaien. Of ze komen vanuit een opdracht, die ik dan weer naar eigen idee vorm ga geven.
Wel kan ik zeggen dat het me veel plezier geeft, voldoening ook als iets echt goed gelukt is. Als anderen dat dan waarderen, ja, dat doet me dan heel erg goed.

 

Reiger

Starstil staat hij

aan de kant,

wacht en wacht

met kop omlaag,

op zoek naar

zwemmend leven.

 

Duurt het te lang,

dan kop geheven

en even later

vlucht…

naar andere wal.

 

 

Molens

De wieken,

ze draaiden, ze droogden

de polder.

De wind als hun vriend,

vanwaar die maar kwam.

Jaren lang werd

het water bedwongen.

Tot stoom, later diesel,

het werk overnam.

 

Nu draaien ze nog,

ter herinnering.

©Eugènie Herlaar